- Nieuws
- Oppervlaktebehandeling
- Plaatbewerking
- Verspaning
- Maintenance
- Automatisering
- Lassen
- Toelevering
Pollers is gevestigd op de grens van Lummen en Heusden-Zolder, van waaruit het klanten binnen de hele Benelux bedient. Het Limburgse familiebedrijf specialiseert zich nadrukkelijk in de prototypebouw en de fabricage van enkelvoudige stuks tot kleine series. We spraken met Jeroen Kums, operations manager bij Pollers.
Materiaal-technisch verwerkt Pollers alle ferro- en non-ferrometalen en kunststoffen. Ongeveer 80 tot 85% van het verwerkte materiaal is staal in al zijn varianten. De rest is hoofdzakelijk aluminium, en uiteraard ook RVS. Kunststof vertegenwoordigt dan weer een heel klein aandeel.
Dimensioneel kan Pollers een brede range aan: voor draaiwerk gaat dat van onderdelen ter grootte van een vulpen, tot stukken van 4 meter tussen de centers, en 1,05 meter boven de slede. Voor freeswerk passeren dan weer onderdelen die in schaal variëren van een luciferdoos tot de echt grotere stukken met lengtes tot 14,4 meter.
Die brede dimensionele horizon van Pollers zorgt voor een al even divers klantenbestand. Jeroen Kums: “We kunnen ons cliënteel onderverdelen in een drietal groepen. Productiebedrijven, machinebouwers ,en klanten die hun totaalproject aan ons toevertrouwen.”
”Productiebedrijven vallen meestal op Pollers terug voor hun wisselstukken. Vaak gaat dit over een beperkt aantal stuks, met terugkerende onderdelen die we eerder voor diezelfde klant mochten maken. We hebben binnen dit kader trouwens een aantal contracten lopen. Niet zelden wordt ons dan het stuk of, indien beschikbaar, de werktekening bezorgd. Dit laatste vooral dan door de klanten die een eigen engineeringafdeling hebben. Wanneer er geen technische documentatie van het onderdeel voorhanden is, meten we het stuk op, en werken we zelf een technische tekening uit.“
Een ander type klant is de machinebouwer, die bij Pollers zijn halffabricaten koopt. Concrete onderdelen, of ook sub-samenstellingen, die gelast, gefreesd, gelakt, of ook gedeeltelijk voorgemonteerd worden aangeleverd. De verdere afwerking of aanbouw binnen het grotere geheel verzorgt de klant dan zelf.
Het derde type is de project- of ook wel onestopshop-klant, die voor een totale aankoop kiest. In de meeste gevallen leggen deze klanten bij Pollers een tekeningdossier neer, waarna de volledige installatie mechanisch wordt opgebouwd. “Eens wij het mechanische gedeelte klaar hebben, wordt de installatie terug aan de klant overgedragen, die er dan bekabeling, pneumatiek, en eventuele hydraulica in zal opbouwen. Het gebeurt echter ook dat de klant die verdere opbouw met zijn mensen op onze locatie verzorgt”, zegt Kums.
Pollers houdt zich in elk van dit soort projecten echter strikt bij het mechanische. Los van de factor expertise heeft dit ook een heel andere, belangrijke reden. Kums: “Ons op elektrisch, hydraulisch of bijvoorbeeld pneumatisch terrein begeven, zou neerkomen op het rechtstreeks beconcurreren van een belangrijk deel van onze eigen klanten. Daarom beperken we ons tot onze sterke mechanische specialisatie.”
Op deze basis blijft het businessmodel van het bedrijf bovendien verder evolueren. Waar Pollers zich vroeger toespitste op het leveren van enkelvoudige onderdelen, gaat het engagement nu steeds verder. Het bedrijf wil zich als ‘onestopshop’ voor de komende jaren sowieso meer en meer op de typische projectklant gaan focussen, aan wie het zowel ervaring als meedenkend vermogen biedt.
Kums: “We richten ons ook op het grotere werk, waar we een belangrijke speler zijn. Daarom investeerden we recent in een nieuwe SORALUCE FLP14000 vastbed freesmachine, naast onze bestaande SP16000, die het jaar rond en in twee shiften volgepland was. Onze nieuwe FLP14000 is een drie-assige freesmachine die over een per graad en in alle richtingen indexeerbare octogonaalkop beschikt met een bereik tot 14 meter. Dit maakt dat de machine een onderdeel van bijvoorbeeld 12 meter tweezijdig kan kopvlakken, waardoor we een heel breed cliënteel uit alle mogelijke sectoren als machinebouw, chemie, betonnijverheid, en ook landbouw kunnen helpen.”