- Nieuws
- Oppervlaktebehandeling
- Plaatbewerking
- Verspaning
- Maintenance
- Automatisering
- Lassen
- Toelevering
Microboogvorming, meestal onzichtbaar voor het menselijk oog, kan ontstaan in de contacttip of in de draadgeleiding. Dat gebeurt wanneer de draad niet op een consistente manier in aanraking komt met de tip. Het resultaat is dat de stroomtoevoer gecompromitteerd wordt, waardoor er microboogvorming ontstaat. Vooral bij robotlassen is dit een veel voorkomend probleem. Maar hoe kan het opgelost worden?
Microboogvorming heeft eigenlijk hetzelfde effect als de startkabels van een wagen aan de batterij leggen en dan tegen elkaar houden. De vonken zullen in het rond vliegen. Microboogvorming doet net hetzelfde maar dan binnen de kleine diameter van een contacttip. Daardoor zal de draad aan de binnenkant van de contacttip beginnen smelten. De meeste lassers lossen het probleem op door de draad af te knippen. Dit zal het proces weliswaar weer op gang brengen, maar waar de reactie normaal gebeurt zal zich koolstof hebben opgeslagen door het schuureffect. Daar is in feite een dode zone ontstaan. Je kan dus wel lassen, maar binnen de kortste keren zal de boogvorming terugkeren, steeds sneller en sneller door die opbouw van koolstof. Een betere oplossing is de oorzaak te onderzoeken en gepaste acties te ondernemen. Om zeker te zijn dat u last heeft van microboogvorming, volstaat het om een stukje lasdraad uit de contacttip te laten komen en onder een vergrootglas te houden. Vonken laten een merkteken achter, typisch in verschillende kleuren dan het materiaal (paars, blauw, groen). Dit geeft een beeld van wat er gebeurt wanneer microboogvorming ontstaat.
De drie meest voorkomende oorzaken voor microboogvorming zijn het ontbreken van speling in de draadgeleiding, een te grote binnendiameter van de contacttip of een de kleine buitendiameter in de draad. Fabrikanten voegen vaak een element toe om de draad recht te trekken. Interessant om de draad op zijn plaats te houden, maar het nadeel is dat er dan geen speling meer aanwezig is in de draadgeleiding. De speling exact juist krijgen is een zeer moeilijke balans in het robotlassen. Te weinig speling in de draadgeleiding veroorzaakt microboogvorming, geef te veel speling en de slijtdelen zullen veel sneller aan vervanging toe zijn. Zoek het evenwicht dat het beste past voor uw toepassingen of gebruik horizontale spoelen. Die hebben van nature een betere speling.
Aanpassingen aan de lasdraad zijn vaak niet mogelijk omdat deze is vastgelegd in de lasspecificaties. Om microboogvorming te beperken kan het dan een oplossing zijn om een contacttip met nauwere toleranties te gebruiken. Zij hebben een groter contactoppervlak dan standaardcontacttips, waardoor de stroom beter getransfereerd wordt en er dus minder microboogvorming ontstaat. Wanneer de buitendiameter van de lasdraad te smal is, kan het hetzelfde meemaken als wanneer de binnendiameter van de contacttip te klein is. Net als met een te grote contacttip zal er geen consistent contact gemaakt worden met de lasdraad. Wanneer zowel de spoel als de contacttip niet over de exact juiste toleranties beschikken, dan zal er zeker microboogvorming ontstaan. Zorg daarom dat het formaat van de lasdraad en van de contacttip op elkaar zijn afgestemd. En als dat niet helpt, dan zal men nog eens moeten nadenken over welke lasdraad gebruiken.