- Nieuws
- Oppervlaktebehandeling
- Plaatbewerking
- Verspaning
- Maintenance
- Automatisering
- Lassen
- Toelevering
In niet elk bedrijf heeft de preventieadviseur of de veiligheidsmanager een uitgebreide kennis van lassen en de lasrook die erbij ontstaat. Nochtans is dit een belangrijke voorwaarde om een oplossing, een efficiënte lasrookafzuiging op het getouw te kunnen zetten. Er zijn vijf vragen die u zich moet stellen om tot de juiste antwoorden en een veilige werkomgeving te komen.
Alles begint met de vraag: wat moet uw lasrookafzuigsysteem precies realiseren? Gaat het erom de productiehal te vrijwaren van wat overtollige lasrook? Dan kan het volstaan om een aantal afzuigarmen te monteren of om lastoortsen met puntafzuiging met een gemiddeld vacuüm te introduceren. Of moeten er gevaarlijke stoffen zoals mangaan of zeswaardig chroom verwijderd worden? In dat geval moeten zeker 90% van de dampen die ontstaan afgezogen worden om de veiligheid niet in het gedrang te brengen. In vele gevallen zal een combinatie van oplossingen zich dan opdringen om de luchtkwaliteit op een aanvaardbaar niveau te krijgen.
Het lijkt misschien een simpele vraag, maar ze heeft wel degelijk een impact op welke technische oplossing het beste zal renderen, een mobiele unit of een centraal afzuigsysteem. Als het maar over een handvol pistolen gaat, zijn draagbare vacuümsystemen de beste keuze. Een grotere werkruimte met verschillende lasposten zal daarentegen gebaat zijn met een centraal afzuigsysteem. De initiële investeringskost zal weliswaar hoger liggen, maar de winst kan gemaakt worden met minder onderhoud en minder gebruikskosten. Verlies bij de keuze voor laspistolen nooit de basisregel uit het oog: ze moeten afgestemd zijn op de stroomsterkte en (de toegang tot) het werkstuk. Lastoortsen met puntafzuiging zullen pas efficiënt werken als hiermee rekening gehouden is. De lengte van het pistool houdt men ook het beste in het achterhoofd: hoe langer de toorts, hoe groter de verliezen in zuigkracht kunnen zijn.
De vier voornaamste parameters in de keuze voor een laspistool zijn de stroomsterkte, de gasmengeling, de draaddiameter en het basismetaal. De stroomsterkte zegt iets over of je waterkoeling nodig hebt. Van zodra de stroomsterkte 340 A overschrijdt en het toestel 60% van de tijd aan het werk is, zal dat de voorkeur genieten. Wil je toch liever luchtkoeling dan zal gekeken moeten worden naar een zwaardere draad om de gewenste stroomsterkte te halen. Maar dit belast de lasser en de slijtagedelen meer. Bij het gasmengsel speelt vooral de aan- of afwezigheid van argon een rol. Als er veel argon gebruikt wordt, zal het pistool waarschijnlijk warmlopen en dan kan er weer beter naar waterkoeling gegrepen worden. Dat zal ook betekenen dat er meer lasrook ontstaat waardoor een krachtiger rookafzuigsysteem nodig kan zijn. Elke lastoorts is beperkt in de draaddiameter die hij kan ondersteunen.
Diameters zoals .094 kunnen het moeilijk maken om voor puntafzuiging te opteren, gezien de luchtafvoer in het gedrang kan komen. Alles onder .062 kan echter zonder beperkingen. Bij het draadmateriaal maakt het verschil of het om rvs, mangaan of een mangaanlegering gaat. Om de meest gevaarlijke metalen partikels op te vangen en te filteren kan een gecertificeerd systeem nodig zijn.
Veel bedrijven houden geen rekening met de energievereisten die verbonden zijn aan rookafzuiging. Ze hebben deze uiteraard wel voorzien op het stroomverlies van de lasmachine, maar dat is het enige 230 V eenfasige stroomverlies. De meeste lasrookafzuigsystemen op hoog vermogen moeten op 208 of 230 V kunnen draaien. Lagere vermogens kunnen het misschien wel stellen met 115 V maar dat gaat dan ten koste van de zuigkracht en de prestaties van de puntafzuiging op de lastoorts. Als er geen ander stroomverlies is, kan het een oplossing zijn om de unit wat verder te plaatsen en extra slangen te plaatsen van de vacuümunit naar de lastoorts. Maar als je een rookafzuigsysteem met hoog vermogen en hoge debieten toepast, kan er geconnecteerd worden zonder compromissen te moeten sluiten in prestaties.
In een bestaand gebouw is het niet altijd even evident om een centraal rookafzuigsysteem te integreren. Te grote ruimtes, zeer hoge plafonds, de aanwezigheid van rolbruggen kunnen stuk voor stuk belemmerende factoren vormen om tot een praktische oplossing te komen. Het is dus cruciaal om ook het gebouw in overweging te nemen.
Aan de hand van deze vragen kan je tot een slimme en duurzame investering komen om de werkomgeving voor alle medewerkers schoner, productiever en conform alle wettelijke vereisten te krijgen. Uiteraard zullen er tijdens dit proces nog andere vragen opduiken, maar als u deze vijf al voor ogen kan houden, zal het makkelijker zijn om de juiste knopen door te hakken en tot een oplossing te komen die aan de eisen van uw productie en uw budget tegemoet komt.